Over de Windmolen en de Buurtbewoner

Over de Windmolen en de Buurtbewoner

Door Matthias

  • Klimaatverandering tegengaan vraagt aanpassingen van onze omgeving, die vaak op verzet stoten.

  • Milieuactivisten en buurtbewoners lijken hier vaak lijnrecht tegenover elkaar te staan: een collectief langetermijndenken botst met een individueel kortetermijndenken.

  • Dit is niet zo: ook buurtbewoners vertrekken vanuit een collectief langetermijndenken.

  • We moeten allemaal samen tot betere oplossingen kunnen komen, zonder dat dit tot een impasse moet leiden.

Stel je de volgende situaties voor. Er worden plannen bekend gemaakt voor het bouwen van een aantal windturbines in je buurt. Of er wordt aangekondigd dat er parkeerplaatsen moeten verdwijnen in een straat zodat er ruimte is om de straat te vergroenen. Voor de aanleg van een fietspad wordt een straat versmald waardoor de maximumsnelheid naar vijftig moet. Als milieuactivist voel je de bui al hangen: voor je het weet worden er zwarte vlaggen uitgehangen, worden er buurt-, beschermings-, en reddingscomités samengesteld en staat de lokale pers in de rij om interviews met onthutste buurtbewoners af te nemen. Al snel beticht je de buurtbewoners van kortzichtigheid, conservatisme, het louter nastreven van individuele belangen, een not in my back yard-houding en wijs je hen op hun persoonlijk aandeel in de vernietiging van de planeet en alles waar je voor staat.


We praten vaak over dingen waarvoor we staan. In de dagelijkse omgang noemen we dat soms principes: “Ik sta voor fair play in het voetbal.” Soms gaat het om kleine, routineuze gewoontes die je ouders je bijgebracht hebben: “Ik hou eraan mijn kleren steeds netjes op te plooien.” Anderen ontstaan uit dagelijkse interacties: “Ik begroet steeds de buschauffeur.” Sommige hebben hun oorsprong in iets wat je ontspannend vindt: “Ik bescherm het bos waar ik rustig kan gaan wandelen.” Nog andere ontstaan uit liefde: “Ik kom op voor dieren.” En gooien andere vanzelfsprekendheden helemaal om: “Ik kies om vegetariër te zijn.” En soms wil je gewoon de wereld redden: “Ik wil strijden tegen klimaatverandering.”

Maar wat als één van de dingen waar je voor staat, plots lijnrecht tegenover een ander komt te staan? Wat als er plots plannen zijn voor een windmolen, waardoor het bos waar je elke zondag gaat wandelen moet wijken? Of als de aanleg van een fietssnelweg een belangrijk broedgebied bedreigt? Wat als de voetbalvelden plaats moeten maken voor een moerassig overstromingsgebied? Moeten we dan kiezen welk principe we het belangrijkste vinden of houden we vast aan de bestaande toestand? Of is vernieuwing misschien altijd beter? Kiezen we voor de grote verhalen die zich ver boven ons hoofd bevinden, of houden we vast aan die kleine dingen die het leven mooier maken? Dat is de positie waarin de buurtbewoner zich bevindt. Althans, dat is de positie van de buurtbewoner wanneer het nieuws van de verandering hem bereikt. Als milieuactivist zijn we geneigd om te kiezen voor het collectieve verhaal dat naar de toekomst kijkt. En we veronderstellen dat de buurtbewoner kiest voor kortzichtig eigenbelang.


Enkele seconden later is de positie van de buurtbewoner veranderd. Hij heeft de kans gehad om na te denken. Uit dat denken is geen egoïstisch, individueel of kortzichtig verhaal ontstaan. Neen, de buurtbewoner heeft de tred van de geschiedenis ervaren. Van het ontstaan van de mensheid, over het prille begin van de beschaving in Mesopotamië. Van de glorie van het Romeinse Rijk, over de verschrikkingen van de duistere middeleeuwen. Stormen, droogtes, aardverschuivingen, sneeuw, wind en ijs. De opkomst van de industrie en de golden sixties, de maanlandingen en de val van de Muur. De hele geschiedenis heeft maar één eindpunt: het frêle, maar schijnbaar stabiele evenwicht dat ontstaan is in zijn buurt.


Het verhaal dat de buurtbewoner nu motiveert is er een van eeuwenlange vooruitgang. Het gaat over generaties van mensen en samenlevingen die gewerkt hebben om de leefwereld van de buurtbewoner in een perfecte staat van evenwicht te krijgen. De nieuwe ontwikkelingen, waar we als milieuactivist vaak voor strijden, staan klaar om dat evenwicht zonder verpinken in duigen te slaan. Er staan dus twee groepen tegenover elkaar, elk met hun eigen verhaal: 1) de milieuactivisten, gemotiveerd vanuit het beschermen van de planeet; en 2) de buurtbewoners, gemotiveerd vanuit het beschermen van hun omgeving en hun gemeenschap die het product is van het werk van voorgaande generaties. Beide verhalen vertrekken vanuit een collectief langetermijndenken. Ze lijken dus sterk op elkaar maar hebben een andere oriëntatie: de ene is gericht op de toekomst, de andere op het verleden.


Dit maakt de zaken complexer. In het begin van dit artikel konden we de kenmerken van de verhalen van de milieuactivist en de buurtbewoner tegenover elkaar zetten: een verhaal over collectief belang versus een verhaal over individuen en een verhaal over lange termijn versus een kortzichtig verhaal. Als we dan partij moeten kiezen, is het makkelijk om (zonder verder na te denken) voor het collectieve belang en de lange termijn te kiezen. Maar nu beide kampen een verhaal over collectieve belangen en de lange termijn hebben, is het niet meer vanzelfsprekend om de buurtbewoner in het verdomhoekje te duwen. We moeten nu kiezen tussen het verleden en de toekomst.


Hoewel we als milieuactivist neigen te zwichten voor een toekomstgericht verhaal, moeten we sympathie tonen voor het verhaal dat ons waarschuwt om al te snel te springen. We moeten luisteren en meedenken met de buurtbewoner als hij het heeft over de gevaren van innovatie, de afhankelijkheid van bepaalde actoren of technologieën die gecreëerd wordt, de nieuwe machtsverhoudingen en ongelijkheden die ontstaan, of over het inslaan van een pad waarvan geen terugkeren mogelijk is omdat we hiermee andere paden afsluiten. We moeten de buurtbewoner daarentegen uitleggen dat het heden geen stabiel evenwicht is, maar dat het een uniek punt is in een landschap en een omgeving die steeds in beweging is, dat dit altijd zo geweest is en altijd zo zal zijn. En dat we, wanneer we de echte schoonheid van onze dagelijkse realiteit willen bewaren, vooral zo snel mogelijk moeten bewegen. Liefst allemaal tesamen.